Experimenten bij de mens

BEPALING VAN DE GENETISCHE SCHADE IN HET PERIFERE BLOED VAN MENSELIJKE VRIJWILLIGERS DIE BLOOTGESTELD ZIJN AAN 60 Hz MAGNETISCH VELD VAN 200 µT.
Albert GC, McNamee JP, Marro L, Bellier PV, Prato FS, Thomas AW.
Int J Radiat Biol. 2009; 85: 144-152.

In deze studie ontvangen 10 mannelijke en 10 vrouwelijke gezonde vrijwilligers gedurende 4 uur een lichaamsblootstelling van 60 Hz magnetisch veld. Tevens werden 5 mannen en 5 vrouwen op dezelfde wijze behandeld maar zonder de blootstelling. Van elk subject werd een bloedmonster genomen vòòr de blootstelling en deze werden gebruikt als negatieve (vòòr de blootstelling) en positieve (1,5 Gray gamma bestraling met Cobalt 60) controles. Op het einde van de 4 uur blootstelling werd een tweede bloedmonster afgenomen. In alle stalen werd de mate van DNA schade bepaald in de perifere bloed lymfocyten door middel van alkaline comet tests. Om mogelijke clastogene effecten op te sporen werd de micronuclei incidentie bepaald in phytohemagglutinin (PHA) gestimu-leerde lymfocyten door middel van de cytokinese-blok micronucleus test. Er was geen teken van toegenomen DNA schade of toegenomen incidentie van micronuclei in de groep die blootgesteld werd aan het magnetisch veld. De in vitro blootstelling aan 1,5 Gray gamma straling daarentegen veroorzaakte wel een significante toename van zowel DNA schade als micronuclei inductie.

Conclusies: Deze studie toont niet aan dat een 4 uur durende blootstelling aan een 60 Hz magnetisch veld van 200 µT DNA schade veroorzaakt.

VERSTOORDE SLAAP BIJ PATIËNTEN MET IDIOPATHISCHE MILIEU-INTOLERANTIE TOEGESCHREVEN AAN ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN (IEI-EMF): BEOORDELING VAN MELATONINE ALS EEN BIOLOGISCH MARKER.
Andrianome S, Hugueville L, de Seze R, Hanot-Roy M, Blazy K, Gamez, Selmaoui B.
Bioelectromagnetics. 2016; 37: 175-182.

Personen die lijden aan idiopathische milieu-intolerantie toegeschreven aan elektromagnetische velden (IEI-EMF) klagen over een groot aantal negatieve gevolgen voor de gezondheid. Onrustige slaap blijft een terugkerend en vaak voorkomend symptoom bij IEI-EMF-individuen. Melatonine, een circadiaan hormoon, speelt een belangrijke rol in het slaapproces. In deze studie hebben de auteurs het melatonineniveau van een gevoelige groep (IEI-EMF, n = 30) en een niet-gevoelige controlegroep (geen IEI-EMF, n = 25) zonder blootstelling aan elektromagnetische bronnen vergeleken. Drie vragenlijsten werden gebruikt om de subjectieve kwaliteit en de hoeveelheid slaap te evalueren: de Epworth Slaperigheid Schaal, de Pittsburgh Sleep Quality Index en de Spiegel Sleep Inventory. Melatonine werd gekwantificeerd in het speeksel en haar belangrijkste metaboliet 6-sulfatoxymelatonine (aMT6s) in de urine. Melatonine niveaus werden vergeleken met een twee-weg variantieanalyse op verschillende tijdstippen tussen de controlegroep en IEI-EMF groep.

Conclusies: Ondanks significant verschillende slaapscores tussen de twee groepen, met een lagere score in de IEI-EMF-groep (p <0,001), werd geen statistisch verschil gevonden tussen de twee groepen voor wat betreft speekselmelatonine (P> 0,05) en aMT6s in urine (P > 0,05).

Information in EMF-Portal

HET EFFECT VAN EEN LOKAAL EXTREEM LAAGFREQUENT MAGNETISCH VELD OP SLAPERIGHEID BIJ STUDENTEN.
Ayoobi F, Shamsizadeh A, Shafiei SA.
Neurol Res. 2017 Dec; 39 (12): 1080-1085.

Deze studie was gericht op het onderzoeken van de invloed van een lokaal extreem laagfrequent magnetisch veld (ELF-MF) op de slaap en sufheid bij gezonde jonge volwassenen. Vijfenzestig jonge volwassenen (32 mannen en 31 vrouwen, 18-24 jaar oud, namen vrijwillig deel aan deze gerandomiseerde cross-over klinische studie. 200 microTesla MF (gedurende 3 minuten) werd op drie frequenties (10, 14 en 18 Hz) op de schedel aangebracht in respectievelijk de gebieden C3, Cz en C4.) De Stanford Sleepiness Scale (SSS) of Bewustheidstest (CT), de Epworth Sleepiness Scale (ESS) en de Peabody Picture Vocabulary Test werden gebruikt om draaierigheid, slaperigheid en reactietijd te evalueren. Deze tests werden uitgevoerd zowel voor als na toepassing van ELF-MF of schijnblootstelling.

De minimale reactietijd na blootstelling aan ELF-MF nam toe in vergelijking met die voor blootstelling (P = 0,03), terwijl deze niet significant was voor de schijnblootstelling-groep (P = 0,63). Uit de ESS-vragenlijst gaven de resultaten aan dat er geen significant verschil was voor mannen of vrouwen tussen de blootstellings- en schijngroepen. Het gemiddelde van de SSS-scores was niet anders in vergelijking met die voor de blootstelling.

Conclusies: De resultaten van dit onderzoek hebben aangetoond dat blootstelling aan ELF-MF de reactietijd bij jonge gezonde mensen kan beïnvloeden. Omdat de resultaten van ESS en SSS echter niet verschillend waren tussen blootstellingsgroepen en niet-blootstellingsgroepen, wordt verder onderzoek met grotere steekproefgrootten aanbevolen om betere inzicht in de effecten van ELF-MF op slaperigheid bij jongeren te bekomen.

Is melatonineproductie in pasgeborenen beïnvloed door magnetische velden van incubators?
Bellieni CV, Tei M, Iacoponi F, Tataranno ML, Negro S, Proietti F, Longini M, Perrone S, Buonocore G.
Early Hum Dev. 2012; 88: 707 tot 710.

Tijdens verblijf in de meeste incubators, zijn pasgeborenen zeer dicht bij de elektrische motor, die een bron is elektromagnetische velden (EMV). Eerdere studies toonden een daling van melatonineproductie aan bij volwassenen en dieren die blootgesteld zijn aan EMF. Het doel van de studie was om de melatonineproductie in een groep pasgeborenen blootgesteld aan EMF te evalueren en na te gaan of het verwijderen van de baby van de bron van MF de melatonineproductie kan beïnvloeden.

De auteurs hebben 28 baby’s (studiegroep) verzameld die ten minste 48 uur hebben doorgebracht in een incubator, waarvan de aanwezigheid van belangrijke EMV eerder gemeten was. Hun gemiddelde 6-hydroxy-melatonine-sulfaat (6OHMS) urine uitscheiding werd gemeten aan het eind van hun verblijf in de incubators, en vergeleken met hun gemiddelde 6OHMS uitscheiding nadat ze teruggezet zijn in kribben waar de blootstelling aan EMV onder de detecteerbare limiet ( <0,1 mG) ligt. Urine 6OHMS werd ook tweemaal, met een interval van 48h, gemeten in een controle groep van 27 baby’s die niet aan elektromagnetische velden werden blootgesteld.

De gemiddelde 6OHMS/cr waarden waren respectievelijk 5,34 ± 4,6 en 7,68 ± 5.1ng/mg (p = 0,026) wanneer baby’s werden blootgesteld aan elektromagnetische velden in de incubators, en na teruggezet te zijn in de wieg. In de controlegroep was de gemiddelde waarde 6OHMS/cr in de eerste en in de tweede monstername respectievelijk 5,91 ± 5,41 vs 6,17 ± 3.94ng/mg (p = 0,679).

Conclusie: De tijdelijke stijging van melatonineproductie snel na het verwijderen van de pasgeborenen uit de incubators toont een mogelijke invloed van EMv op de melatonineproductie in pasgeborenen. Verdere studies zijn nodig om deze gegevens te bevestigen.

INSCHATTEN VAN HET MOGELIJK LEUKEMOGEEN EFFECT VAN 50 Hz MAGNETISCHE VELDEN EN ZIJN HARMONIEKEN IN EEN DIER LEUKEMIE MODEL.
Bernard N , Alberdi AJ , Tanguy ML , Brugere H , Helissey P , Hubert C , Gendrey N , Guillosson JJ , Nafziger J .
J Radiat Res (Tokyo). 2008; 49: 565-5677.

Om het nog steeds onopgeloste vraagstuk van het mogelijk leukemogeen effect van ELF magnetische velden en harmonieken op de incidentie van B acute lymfoblastische leukemie bij kinderen te onderzoeken gebruikten de auteurs een dier-model waarin de mogelijke co-initiatie en co-promotie effecten van ELF magnetische velden op de ontwikkeling van leukemie werden onderzocht. Ze gebruikten een rat-model waarin B acute lymfoblastische leukemie chemisch geïnduceerd is door een nitrosureum derivaat. Van bij het begin van de chemische behandeling werden de dieren ook blootgesteld aan ELF magnetische velden (100 microTesla, sinusoidaal 50 Hz) met en zonder harmonieken. Het experiment werd uitgevoerd bij 280 ratten. Het lichaamsgewicht en de overlevingstijd, het percentage van beenmerg blastcellen en de cumulatieve incidentie van leukemie werden bekeken in de niet blootgestelde groep en in de groepen blootgesteld aan 50 Hz magnetische velden met en zonder harmonieken.

Conclusies: De resultaten tonen, vooral bij de verschillende parameters, geen significante verschillen tussen blootgestelde en niet blootgestelde groepen. Significante verschillen in leukemie type na gamma-bestraling toonden de gevoeligheid van het leukemie model voor fysische agentia. Deze resultaten ondersteunen de hypothese dat ELF magnetische velden met of zonder harmonieken geen effect hebben op de ontwikkeling van B acute lymfoblastische leukemie in kinderen.

KUNNEN NATUURLIJK VOORKOMENDE MAGNETISCHE NANOPARTIKELS IN HET MENSELIJK LICHAAM EEN ROL SPELEN IN HET VERHOOGD RISICO OP KINDERLEUKEMIE BIJ BLOOTSTELLING AAN ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN.
Binhi V .
Int J Radiat Biol. 2008; 84: 569-579.

Het doel van deze studie was de hypothese te ontwikkelen dat nanopartikels die voor-komen in vele organismen en soms betrokken zijn bij biologische reacties op zwakke elektromagnetische velden, een rol spelen in het veroorzaken van schade aan DNA door elektromagnetische velden wat voor gevolg kan hebben dat het risico op kinderleukemie en andere kankers toeneemt. Het bestaande wetenschappelijk onderzoek werd bekeken. Er werden fysische bepalingen gedaan en een hypothese ontwikkeld dat intracellulaire magnetische nanopartikels een continue verandering van de concentratie vrije radicalen en toename van DNA schade in hematopoietische stamcellen veroorzaken.

De eigenschappen van magnetische nanopartikels werden bekeken en het natuurlijk voorkomende magnetische veld opgewekt door een magnetisch nanopartikel ligt volgens de berekeningen tussen 1 en 200 microTesla, wat in grootte-orde hoger is dan het natuurlijk geomagnetisch veld. Er wordt een overzicht gegeven van de experimenten van de biologische effecten van statische magnetische velden van deze grootte-orde. Er werd aangetoond dat magnetische nanopartikels het niveau van vorming van vrije radicalen kunnen doen toenemen met enkele percenten bij een geïdealiseerde radicaal-paar reactie in een cel. Een mechanisme dat uitegt hoe een zwak wisselend magnetisch veld van de grootte orde van 0,4 microTesla een stijging van het risico op leukemie kan veroorzaken via microTesla velden rond super magnetische nanopartikels in hematopoietische stamcellen wordt besproken.

Conclusie: De voorgestelde aanwezigheid van magnetische nanopartikels in hemato-poietische stamcellen kan een kankerrisico inhouden. Super magnetische nanopartikels kunnen mogelijk een toename tot stand brengen van het aantal leukemies door blootstelling aan zwakke lage frequentie elektromagnetische velden.

VEROORZAAKT DE BLOOTSTELLING ELF MAGNETISCHE VELDEN FUNCTIONELE WIJZIGINGEN IN DE MENSELIJKE HERSENEN?
Capone F, Dileone M, Profice P, Pilato F, Musumeci G, Minicuci G, Ranieri F, Cadossi R, Setti S, Tonali PA, Di Lazzaro V.
J Neural Transm.2009; 116: 257-265.

Door gebruik te maken van transcraniale hersenstimulatie bestudeerden de auteurs op niet-invasieve wijze het effect van ELF magnetische velden in gepulseerde modus (PEMF) op verschillende parameters van corticale prikkelbaarheid bij 22 gezonde vrijwilligers. Na 45 minuten blootstelling aan de PEMF was de intracorticale facilitatie veroorzaakt door gepaarde puls hersen-stimulatie significant toegenomen met een stijging van ongeveer 20% terwijl de andere parameters van corticale prikkelbaarheid ongewijzigd bleven. Simulatie blootstelling veroorzaakte geen effecten. De toename van gepaarde puls facilitatie, een fysiologische parameter gerelateerd aan de corticale glutamatergische activiteit suggereert dat PEMF blootstelling een stijging in corticale prikkel neurotransmissie kan veroorzaken.

Conclusie: De studie laat uitschijnen dat PEMF functionele wijzigingen in de hersenen kan veroorzaken.

MENSELIJKE COGNITIEVE PRESTATIES IN EEN 60 HZ MAGNETISCH VELD VAN 3 mT.
Corbacio M, Bruin S, Dubois S, D Goulet, Prato FS, Thomas AW, Legros A.
Bioelectromagnetics. 2011, 32: 620-633.

Van extreem lage frequentie (ELF, <300 Hz) magnetische velden (MV) is gemeld dat ze cognitieve prestaties bij mensen moduleren. Er is echter weinig onderzoek over blootstelling aan de hoogste niveau MV die voorkomen in beroepen zoals de hoogspanningslijn arbeiders en industriële lassers. Dit onderzoek heeft tot doel de impact van een 60 Hz, 3 mT MV op de menselijke cognitieve prestaties na te gaan. Negenennegentig deelnemers voerden het dubbelblinde protocol uit door het uitvoeren van een selectie van de psychometrische tests in twee opeenvolgende MV blootstellingsvoorwaarden bepaald door toewijzing aan één van de drie groepen (schijn / schijn, MV blootstelling / schijn of schijn / MF blootstelling). De gegevens werden geanalyseerd met behulp van een 3 × 2 gemengd variantie-analyse model. De prestaties tussen herhalingen verbeterden in 11 van 15 psychometrische parameters ( praktijk effect). Een significant interactie-effect op de digit span forward test (F = 5,21, P <0.05) toonde de afwezigheid van een praktijk-effect voor beide blootstellingsgroepen, maar niet voor de controlegroep. Deze geheugentest toonde een MV-geïnduceerde verdwijning van de verbetering ten gevolge van de praktijk.

Conclusie: Globaal genomen toont dit onderzoek geen duidelijk MV effect op de menselijke cognitie. Er wordt gespeculeerd dat een ELF MV kan interfereren met de neuropsychologische processen die verantwoordelijk zijn voor dit korte-termijn leereffect dat ondersteund wordt door de hersenen synaptische plasticiteit.

EFFECTEN VAN EEN 60 HZ MAGNETISCH VELD VAN MAXIMAAL 50 MILLITESLA OP TREMOR EN EEG: EEN PILOOTSTUDIE.
Davarpanah Jazi S, Modolo J, Baker C, Villard S, Legros A.
Int J Environ Res Public Health. 2017 Nov. 24; 14 (12).

Mensen worden omringd door bronnen van dagelijkse blootstelling aan magnetische velden (MF’s) met stroomfrequentie (60 Hz in Noord-Amerika). Dergelijke tijdsvariërende MF’s induceren elektrische velden en stromen in levende structuren die mogelijk tot biologische effecten kunnen leiden. Deze pilootstudie onderzocht mogelijke extreem lage frequentie (ELF) MF-effecten op menselijke neuromotorische controle in het algemeen, en fysiologische posturale tremor en elektro-encefalografie (EEG) in het bijzonder. Aangezien het EEG-corticale mu-ritme (8-12 Hz) van de primaire motorische cortex en fysiologische tremor gerelateerd zijn, werd verondersteld dat een MF-blootstelling van 60 Hz gericht op dit corticale gebied de humane fysiologische tremor acuut zou kunnen moduleren. Tien gezonde vrijwilligers (leeftijd: 23,8 ± 4 SD) werden uitgerust met een MRI-compatibele EEG-kap terwijl ze werden blootgesteld aan omstandigheden van 11 MF’s (60 Hz, 0 tot 50 mTrms, incrementen van 5 mTrms). Gelijktijdig werden fysiologische tremor (geregistreerd aan de contralaterale wijsvinger) en EEG (van geassocieerde motorische en somatosensorische hersengebieden) gemeten.

De resultaten toonden geen significant hoofdeffect van MF-blootstellingscondities op een van de geanalyseerde fysiologische tremor-kenmerken. In termen van EEG werden geen significante effecten van de MF waargenomen voor C1-, C3-, C5- en CP1-elektroden. Er werd echter wel een significant hoofdeffect gevonden voor CP3- en CP5-elektroden. Beide suggereren een verminderd mu-ritme spectraal vermogen met toenemende MF-fluxdichtheid. Dit wordt echter niet bevestigd door Bonferroni gecorrigeerde paarsgewijze vergelijkingen.

Conclusies: Gezien zowel de EEG- als tremorbevindingen werd geen effect van MF-blootstelling op menselijke motorische controle waargenomen. MF-blootstelling had echter een subtiel effect op de mu-ritmeamplitude in het hersengebied dat betrokken is bij tactiele waarneming. De huidige bevindingen moeten met de nodige voorzichtigheid worden bekeken vanwege de kleine omvang van dit pilootproject.

IS ELEKTROMAGNETISCHE OVERGEVOELIGHEID HET GEVOLG VAN NOCEBO REACTIES? AANDUIDINGEN UIT EEN KWALITATIEF ONDERZOEK.
Dieudonné M.
Bioelectromagnetics. 2016; 37 (1): 14-24.

Idiopathische Milieu Intolerantie toegeschreven aan elektromagnetische velden (IEI-EMF) is een aandoening waarbij de symptomen worden toegeschreven aan blootstelling aan elektromagnetische velden (EMF). Omdat bij elektromagnetisch overgevoelige (EHS) mensen herhaaldelijk tijdens provocatie proeven werd vastgesteld dat de gemelde symptomen na vermeende blootstelling in plaats van werkelijke blootstelling voorkwamen, is de hypothese naar voren gebracht dat IEI-EMF afkomstig is van psychologische mechanismen, vooral nocebo reacties. Deze studie onderzoekt deze hypothese, met behulp van gegevens uit een kwalitatief onderzoek gericht op het begrijpen hoe EHS mensen er toe komen om zich als zodanig te beschouwen. Veertig zelf-gediagnosticeerde EHS mensen werden geïnterviewd. Een type model van hun toeschrijvingsproces werd vervolgens inductief uit hun verhalen uitgewerkt. Dit model is lineair en bestaat uit zeven stappen: (1) begin van symptomen; (2) het niet vinden van een ​​oplossing; (3) ontdekking van EHS; (4) het verzamelen van informatie over EHS; (5) impliciete verschijning van de overtuiging; (6) experimenteren; (7) bewuste acceptatie van de overtuiging.

Conclusies: Algemene symptomen verschijnen vooraleer de patiënten beginnen vragen te stellen over de effecten van elektromagnetische velden op hun gezondheid, wat niet in overeenstemming is met de hypothese dat IEI-EMF afkomstig is van een nocebo respons op waargenomen blootstelling aan elektromagnetische velden. Deze reacties kunnen wel optreden bij het zesde stadium van het proces, mogelijk de toekenning versterkend. Het blijft mogelijk dat sommige gevallen van IEI-EMF afkomstig zijn van andere psychologische mechanismen.

 ELECTRO-OVERGEVOELIG WORDEN: EEN REPLICATIESTUDIE.
Dieudonné M.
Bioelectromagnetics. 2019 Apr; 40 (3): 188-200.

Idiopathische milieu-intolerantie toegeschreven aan elektromagnetische velden (IEI-EMF) is een opkomende omgevingsziekte die wordt gekenmerkt door de toeschrijving van verschillende symptomen aan elektromagnetische velden (EMF). Tot op heden is onderzoek er niet in geslaagd de semiologie of etiologie van de ziekte te objectiveren. IEI-EMF blijft onmogelijk te definiëren anders dan in termen van de attributies van de getroffen personen. Toch is het ontstaan van deze attributies nog steeds niet goed begrepen. Het doel van deze studie is om eerdere onderzoeksresultaten te repliceren, terwijl de beperkingen worden gecorrigeerd. Zestien elektro-overgevoelige (EHS) proefpersonen leende zich voor zowel een sociologisch interview als een medisch interview, en vulden een reeks gestandaardiseerde vragenlijsten in. Drie verschillende soorten biografische trajecten die ertoe leidden dat personen overtuigd raakten van hun overgevoeligheid, werden het Reticent Attribution-model, het Prior Attribution-model en het By Proxy Attribution-model genoemd. Deze drie modellen van het EHS-toeschrijvingsproces lijken niet te leiden tot klinisch verschillende vormen van IEI-EMF. Wat hen onderscheidt, is de manier waarop het eerste vermoeden van de elektromagnetische omgeving naar voren komt. Ze tonen een diversificatie van de paden naar IEI-EMF. Niettemin is in elk model het leerproces waarmee de EHS-toeschrijving kan worden gematerialiseerd en geoperationaliseerd identiek.

Conclusies: Het vermogen om een oorzakelijk verband vast te stellen tussen de elektromagnetische omgeving en hun toestand is het resultaat van het traject van EHS-patiënten in plaats van hun startpunt. Deze waarneming is niet congruent met modellen die IEI-EMF aan nocebo-reacties toekennen

DISPOSITIONELE ASPECTEN VAN LICHAAMSFOCUS EN IDIOPATHISCHE OMGEVINGSINTOLERANTIE TOEGESCHREVEN AAN ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN (IEI-EMF).
Dömötör Z, Doering BK, Köteles F.
Scand J Psychol. 2016; 57 (2): 136-43.

Lichaamsfocus wordt vaak uit medisch oogpunt beschouwd als een ongewenste eigenschap omdat het symptomen versterkt en leidt tot hogere niveaus van gezondheidsangst. Het is echter verbonden met mindfulness, welzijn en het gevoel van eigenwaarde in de psychotherapie. De huidige studie had als doel om de bijdrage van verschillende lichaamsfocus gerelateerde constructen aan het acute en chronische ontstaan en onderhoud van lichamelijk onverklaarde klachten (MUS) te onderzoeken.

Zesendertig personen met idiopathische omgevingsintolerantie voor elektromagnetische velden (IEI-EMF) en 36 controles werden gevraagd om vragenlijsten in te vullen voor de evaluatie van negatieve gevoelens, zorgen over schadelijke effecten van elektromagnetische velden, gezondheidsangst (HA), lichaamsbewustzijn en somatosensorische amplificatie (SSA) en om ervaren symptomen veroorzaakt door een schijnblootstelling aan magnetische velden te melden.

Lichaamsbewustzijn, HA, SSA, en EMF-gerelateerde zorgen toonden een goed onderscheidingsvermogen tussen personen met IEI-EMF en controles. Rekening houdend met alle variabelen samen, was SSA de beste voorspeller van IEI-EMF. In de vermeende aanwezigheid van een magnetisch veld vertoonden mensen met IEI-EMF hogere niveaus van angst en rapporteerden meer symptomen dan controles. In de IEI-EMF groep werden symptoom meldingen voorspeld door HA en angst, terwijl een omgekeerde relatie tussen symptoom rapporten en HA werd gevonden in de controlegroep. Deze bevindingen tonen aan dat SSA een bijzonder belangrijke bijdrage is aan IEI-EMF, waarschijnlijk omdat het de belangrijkste factor in de etiologie is.

Conclusies: IEI-EMF is geassocieerd met zowel een angstgerelateerde monitoring van lichamelijke symptomen en een niet-evaluerende lichaamsfocus. De identificatie van dispositionele lichaamsfocus kan van belang zijn voor het beheer van MUS.

INTERFERENTIE TUSSEN ACTIEVE GEÏMPLANTEERDE MEDISCHE HULPMIDDELEN EN TOESTELLEN DIE ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN UITZENDEN IS ZELDZAAM MAAR BESTAAT: RESULTATEN VAN EEN INCIDENTIESTUDIE IN EEN POPULATIE ARTSEN IN FRANKRIJK.
Hours M , Khati I , Hamelin J.
Pacing Clin Electrophysiol . 2014 ; 37 (3) :290-296.

Het beoordelen van het gedrag van de actieve medische implantaten (AIMDs) in reactie op elektromagnetische velden (EMF) is een actueel onderwerp van groot belang. Gezien de talrijke telecommunicatiesystemen en ons gebrek aan kennis over de gevolgen van de elektromagnetische effecten werd in deze studie het bestaan van mogelijke AIMD verstoring door elektromagnetische velden onderzocht door het interviewen van gezondheidswerkers.

Een zelf in te vullen vragenlijst werd per post verstuurd naar bijna 5000 artsen in vijf specialismen: cardiologie, endocrinologie, NKO, urologie en neurologie. Gegevens werden verzameld over het optreden van incidenten, het jaarlijkse aantal incidenten dat waargenomen werd, de voorwaarden waaronder zij zich hebben voorgedaan en de betrokken EMF bronnen.

Een totaal van 1.188 artsen deed mee aan de studie. Zestien procent van de deelnemers rapporteerden gevallen van falen van het implantaat. Driekwart van hen, vooral in de cardiologie, meldde frequenties van ten minste één incident per jaar tot meer dan 100 incidenten per jaar in totaal. De ernst bleek gemiddeld (ongemak of voorbijgaande symptomen) te zijn, maar vaak was resetten noodzakelijk of, minder vaak, het vervangen van het toestel. Er werden echter ook een aantal ernstige incidenten gemeld. De bronnen die betrokken waren vallen onder twee soorten: elektronische beveiligingssystemen (diefstalbeveiliging en luchthaven poorten) en medische apparatuur die elektromagnetische straling uitzendt. Deze incidenten waren slechts sporadisch gemeld aan de openbare gezondheidszorg, waardoor er geen follow – up en effectieve uitvoering van signalering en bewaking voorzien was.

Conclusie : Hoewel klein is de kans op interferentie tussen EMV bronnen en AIMDs echt is en roept dit op tot waakzaamheid. Het betreft met name antidiefstal installaties en beveiligingspoorten in luchthavens, hoewel andere bronnen ook incidenten kunnen veroorzaken.

In vitro beoordeling van de immuniteit van implanteerbare cardioverter – defibrillatoren tegen magnetische velden van 50/60 Hz.
Katrib J , Nadi M , Kourtiche D , Magne I , Schmitt P , Souques M , Roth P.
Physiol Meas. 2013, 34 (10):1281-1292.

Publieke bezorgdheid voor de compatibiliteit van elektromagnetische (EM) bronnen met actieve implanteerbare medische hulpmiddelen (AIMD) heeft aanleiding gegeven tot de ontwikkeling van nieuwe systemen die nauwkeurige blootstellingsstudies kunnen uitvoeren. EM veld interferentie met actieve cardiale implantaten (bijvoorbeeld implanteerbare cardioverter – defibrillatoren (ICD’s)) kan gevaarlijk zijn. Dit artikel beschrijft een magnetisch veld (MF) blootstelligssysteem en de methode ontwikkeld voor het testen van de immuniteit van de ICD tegen continu MF’s. De MF’s worden geproduceerd door Helmholtz spoelen, gehuisvest in een kooi van Faraday. De spoelen waren in staat om in de testruimte zeer gelijkmatige magnetische velden te produceren tot 4000 μT bij 50 Hz en 3900 μT bij 60 Hz. Vier ICDs werden getest. Geen disfuncties werden gevonden in de gegenereerde magnetische velden

Conclusies: Deze resultaten bevestigen dat de geteste ICD’s immuun waren voor laagfrequente magnetische velden.

EFFECTEN VAN 60HZ MAGNETISCHE VELDEN OP TIENERS EN VOLWASSENEN.
Kim SK, Choi JL, Kwon MK, Choi JY, Kim DW.
Environ Health. 2013; 12:42.

Zoals het gebruik van elektrische apparaten is toegenomen, is de sociale bezorgdheid over de mogelijke effecten van 60 Hz elektromagnetische velden op de menselijke gezondheid toegenomen. Dienovereenkomstig is het aantal mensen die klagen over diverse symptomen zoals hoofdpijn en slapeloosheid gestegen. Vele eerdere studies naar de effecten van extreem lage frequentie (ELF) blootstelling aan magnetische velden op kinderen zijn gericht op het voorkomen van leukemie bij kinderen en kankers van het centrale zenuwstelsel. Er zijn echter zeer weinig provocatiestudies die de gezondheidseffecten van ELF magnetische velden onderzochten bij tieners. In deze dubbelblinde studie, onderzochten de auteurs tegelijkertijd fysiologische veranderingen (hartslag, ademhaling en hartslag variabiliteit), subjectieve symptomen en magnetisch veld perceptie om de effecten van 60 Hz 12,5 μT magnetische velden op tieners te bepalen. Twee groepen vrijwilligers van 30 volwassenen en 30 jongeren werden getest met de blootstelling aan schijn en echte magnetische velden gedurende 32 minuten. Blootstelling aan ELF magnetische veld heeft geen effect op de fysiologische parameters of acht subjectieve symptomen in beide groepen. Geen van beide groepen percipieerde de magnetische velden op een correcte wijze.

Conclusies: Fysiologische gegevens werden geanalyseerd, subjectieve klachten onderzocht, en de percentages van hen die geloofden dat ze werden blootgesteld werden gemeten. Er werden geen effecten waargenomen bij blootstelling van volwassenen of tieners aan magnetische velden van 60 Hz 12,5 μT gedurende 32 minuten.

OORSPRONG VAN ELEKTROMAGNETISCHE OVERGEVOELIGHEID VOOR 60 HZ MAGNETISCHE VELDEN: EEN PROVOCATIE STUDIE.
Kim DW, Choi JL, Nam KC, Yang DI, Kwon MK.
Bioelectromagnetics. 2011; 33: 326-333.

Met het toenemende gebruik van elektrische apparaten, is de bezorgdheid over mogelijke effecten van de 60 Hz elektromagnetische velden op de gezondheid van de mens toegenomen. Het aantal mensen met zelf-gerapporteerde elektromagnetische overgevoeligheid (EHS) die klagen over verschillende subjectieve symptomen zoals hoofdpijn en slapeloosheid is ook toegenomen. Het is echter onduidelijk of de EHS het gevolg is van fysiologische of een andere redenen. In deze dubbel-blinde studie hebben de auteurs tegelijkertijd fysiologische veranderingen (hartslag, ademhaling en hartslag variabiliteit), subjectieve symptomen, en de perceptie van het magnetische veld onderzocht om de oorsprong van de subjectieve symptomen te beoordelen. Twee vrijwilligers groepen van 15 zelf-gerapporteerde EHS en 16 niet-EHS individuen werden getest met de blootstelling 5

aan schijn en echte (60 Hz, 12,5 μT) magnetische velden gedurende 30 minuten. Magnetische velden had geen effect op de fysiologische parameters en acht subjectieve symptomen in beide groepen. Er was ook geen bewijs dat de EHS-groep het magnetische veld beter kon waarnemen dan de niet-EHS groep.

Conclusie: De subjectieve symptomen werd niet veroorzaakt door de 60 Hz, 12,5 μT magnetische veld blootstelling, maar door andere niet-fysiologische factoren.

Genexpressie profielen van de witte bloedcellen van vrijwilligers blootgesteld aan een 50 Hz elektromagnetisch veld.
Kirschenlohr H, Ellis P, Hesketh R, Metcalfe J.
Radiat Res. 2012; 1783: 138-149.

Er is geen consistent en onafhankelijk gerepliceerd laboratorium bewijs voor een oorzakelijke relatie tussen blootstelling aan extreem laagfrequente elektromagnetische velden (EMV) in de omgeving van hoogspanningslijnen en de er aan geassocieerde verhoging van het risico van leukemie bij kinderen. Hoewel genexpressie reacties gemeld werden in een grote verscheidenheid van cellen, werd van geen enkele aangetoond dat het om een robuust effect gaat dat herhaald gerepliceerd werd. DNA microarrays vergemakkelijken uitgebreide zoektochten naar veranderingen in genexpressie zonder vereiste kandidaat responsieve genen te selecteren. Om te bepalen of genexpressie veranderingen in witte bloedcellen van vrijwilligers blootgesteld aan ELF-EMF optreden werd elk van 17 paar mannelijke vrijwilligers met leeftijd 20-30 jaar hetzij aan een 50 Hz EMF van 62,0 ± 7,1 μT gedurende 2 uur hetzij een gesimuleerde blootstelling (0,21 ± 0,05 μT) op hetzelfde moment (11:00 uur tot 13:00 uur) van de dag blootgesteld. Het alternatief regime voor elke vrijwilliger werd herhaald op de volgende dag en de tweedaagse sequentie werd 6 dagen later herhaald, met uitzondering dat de nul blootstelling (0,085 ± 0,01 μT) door een gesimuleerde blootstelling vervangen werd. Vijf bloedmonsters (10 ml) werden verzameld op 2 uur intervallen van 9:00 tot 17:00 met vijf extra monsters tijdens de blootstelling en simulatie of nul blootstellingsperioden op elke studiedag. RNA-monsters werden gepoold voor dezelfde tijd op elke studiedag voor de groep van 17 vrijwilligers die werden onderworpen aan de ELF-EMF blootstelling / simulatie of nul blootstelling reeks en werden geanalyseerd op Illumina microarrays. Tijdsverloop voor 16 zoogdier genen eerder gemeld te reageren op ELF-EMF blootstelling, met inbegrip van directe vroege genen, stress respons, celproliferatie en apoptose genen werden in detail onderzocht.

Conclusie: er waren geen genen of genen sets met consistente respons profielen bij herhaalde ELF-EMF blootstelling. Een stressreactie werd gedetecteerd als een tijdelijke toename in plasma cortisol bij het begin van of blootstelling of gesimuleerde blootstelling op de eerste studiedag. De cortisol respons verminderde geleidelijk tijdens latere blootstelling of simulatie posities, en was toe te schrijven aan milde stress in verband met het experimentele protocol.

IMPLANTEERBARE CARDIOVERTER DEFIBRILLATOREN IN ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN VAN 400 KV HOOGSPANNINGSLEIDINGEN.
Korpinen L , Kuisti H , Elovaara J , Virtanen V.
Pacing Clin Electrophysiol . 2014 ; 37 (3) :297-303.

Behandeling met implanteerbare cardioverter defibrillatoren (ICD) is toegenomen in de westerse landen. Het doel van deze studie was om de functie van ICD’s te onderzoeken met behulp van een menselijk fantoom in elektrische en magnetische velden van 400 kV hoogspanningslijnen. Het fantoom werd op de volgende wijze gebruikt: geïsoleerd van de grond, geaard aan een voet of geaard aan een hand.

De auteurs hebben 37 ICD tests met 10 verschillende ICD toestellen uitgevoerd. Wanneer de elektrische velden varieerden van 6,8 kV / m tot 7,5 kV / m (vochtigheid 70,5 %) en het magnetische veld 2,0 μT was, werd in één van de geteste ICD 258 ventriculaire slagen / min geregistreerd wanneer een gesimuleerd hart signaal werd toegepast op de ICD elektroden. Als de blootstelling 5,1 kV / m was had dezelfde ICD een soortgelijke verstoring. In een 0,9 kV / m veld werkte alles correct.

Conclusies : Er werd geen effect op het functioneren van de ICD waargenomen tot 0,9 kV / m. In sommige omstandigheden werd afwijkend gedrag waargenomen wanneer de niveaus 5,1 kV / m overschreden. ICD verstoring lijkt mogelijk binnen 11,5 m afstand van 400 kV hoogspanningslijnen of in omstandigheden met meer velsterkten groter dan 5 kV / m. Verder onderzoek is nodig.

PACEMAKERS IN ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN VAN 400-KV HOOGSPANNINGSLIJNEN.
Korpinen L, Kuisti H, Elovaara J, Virtanen V.
Pacing Clin Electrophysiol. 2012; 35: 422-430.

De pacemaker (PM) implantatie proportie per miljoen is hoog. Eerdere studies hebben storing van pacemakers door elektromagnetische velden aangetoond. Het doel van deze studie is het onderzoeken van stoornissen in de PM door elektrische en magnetische velden van de 400-kV hoogspanningslijnen met behulp van een menselijke fantoom.

Het fantoom werd op de volgende wijze gebruikt: geïsoleerd van de grond, geaard aan linkse of rechtse voet of geaard aan linkse of rechtse hand.

Van de geteste PMs had er één een verstoring waardoor het tempo 60 keer per minuut werd bij een elektrisch veld van 6,7-7,5 kV / m en een magnetische veld van 2.4-2.9 μT. De elektrode configuratie van de PM was unipolair. In bipolaire configuratie had dezelfde PM geen verstoring. Tijdens de testperiode hadden andere PM’s alleen kleine verstoringen of helemaal geen verstoringen. Sommige PMs registreren geen tijdsinformatie voor kleine verstoringen. In dergelijke gevallen was het onmogelijk om de verstoringen te koppelen aan de blootstelling.

Conclusies: Het elektrische veld onder een 400 kV-hoogspanningslijn kan een PM verstoren. Echter, slechts één type van de verschillende geteste PMs toonde een grote verstoring en dat was slechts enkel met unipolaire elektrodeconfiguratie. Het risico van verstoringen wordt daarom niet als hoog beschouwd.

MOGELIJKE INVLOEDEN VAN EEN VONK ONTLADINGEN OP PACEMAKERS.
Korpinen L, Kuisti H, Tarao H, Virtanen V, Pääkkönen R, Dovan T, Kavet R.
Health Phys. 2016; 110 (1): 1-10.

Blootstelling aan vonkontladingen kan optreden onder hoogspanningslijnen wanneer contact wordt gemaakt met een geleidend voorwerp (bijvoorbeeld een motorvoertuig) met de vonkontlading gemedieerd door het elektrische veld van de lijn. Het doel van deze studie was om te beoordelen of dergelijke blootstellingen kunnen interfereren met de normale werking van geïmplanteerde pacemakers (PMS). In het experiment werden PM’s geïmplanteerd in een menselijk fantoom die blootgesteld werden aan een vonkontlading ter hoogte van een bovenste lidmaat. Een circuit was ontworpen om vonkontladingen te produceren tussen twee bolvormige elektroden gevoed aan de linkerhand van het fantoom. Het circuit was ingesteld om een enkele ontlading per halve cyclus (elke 10 ms) van ongeveer 10 microseconden in duur met een maximale stroomsterkte van 1,2-1,3 A te leveren. Dit simuleert de toestand onder een 400 kV-hoogspanningslijn werkend bij 50 Hz. 29 PMs werden getest in unipolaire configuratie en 20 in bipolaire configuratie, met blootstelling bestaande uit 2 minuten van continue blootstelling (één eenheid werd blootgesteld gedurende 1 minuut).

Conclusies: Er werd geen invloed waargenomen bij bipolaire configuratie. Een eenheid in unipolaire configuratie identificeerde onterecht ventriculaire extrasystolen (meer dan 400 slagen min (-1)) gedurende 2 s. Het gebruik van nieuwe implantaten met unipolaire configuratie is uiterst zeldzaam. Replicatie van dit onderzoek en, indien de veiligheid van menselijke proefpersonen kan worden verzekerd, testen van menselijke proefpersonen is raadzaam voor de toekomst.

IDIOPATHISCHE OMGEVINGSINTOLERANTIE TOEGSCHREVEN AAN ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN (IEI-EMF) EN ELEKROGEVOELIGHEID (ES) – IS ER EEN VERBAND?
Köteles F, Szemerszky R, Gubányi M, Körmendi J, Szekrényesi C, Lloyd R, Molnár L, Drozdovszky O, Bárdos G.
Int J Hyg Environ Health. 2013, 216 (3): 362-370.

De neiging om hinderlijke verschijnselen waar te nemenin de nabijheid van werkende elektrische apparaten wordt idiopathische omgevingsintolerantie toegeschreven aan elektromagnetische velden (IEI-EMF) genoemd. Bewijzen voor een psychofysiologische verklaring van het verschijnsel (dat wil zeggen, detectie vermogen en de mechanismen van symptoom generatie) zijn nog niet sluitend.

Deelnemers van dit provocatie experiment waren 29 personen met zelf-gerapporteerde IEI-EMF en 42 controle personen. Deelnemers vulden vragenlijsten in (symptoom verwachtingen, somatosensorische amplificatie – SSAS, moderne gezondheidszorgen door straling subschaal – MHW-R), en probeerden om de aanwezigheid van een 50 Hz 0,5 mT magnetisch veld (MF) gericht op hun rechter arm in 20 opvolgende 1-min sessies te detecteren. De hartslag werd ook geregistreerd, en diverse indices van de hartslagvariabiliteit (HF, LF / HF, SDNN) werden berekend.

Gebruik makend van de methode van de signaaldetectie theorie hadden individuen met IEI-EMF in tegenstelling tot de controlegroep een hogere dan willekeurige detectieprestatie (d’ verschilt enigszins, maar statistisch significant van nul), en ze gebruikten een significant lager criterium (β waarde) bij de beslissing over de aanwezigheid van de MF. Detectie sessies gevolgd door de juiste beslissingen (hits of juiste afwijzingen) werden gekenmerkt door hogere HRV (SDNN en HF indices) dan periodes gevolgd door fouten (missers of vals alarm). Eerdere verwachtingen en aansluiting bij de IEI-EMF-groep waren significante voorspellers van de symptomen die gemeld werden na de blootstelling. IEI-EMF was nauw verwant aan MHW-R en SSAS scores.

Conclusie: Detectie van MF kan enigszins mogelijk zijn voor mensen met IEI-EMF. Hoewel verhoogde gevoeligheid voor MF spelen een rol kan spelen in de ontwikkeling en / of het aanhouden van het IEI-EMF fenomeen, lijken de symptomen die toegeschreven worden aan de MF voornamelijk van psychogene oorsprong.

INDIVIDUELE GEVOELIGHEID VOOR ELF MAGNETISCHE VELDEN.
Legros A., Beuter A.
Neurotoxicology 2006 ; 27 : 534-546.

Het wordt meer en meer belangrijk om zelfs de kleinste effecten van ELF magnetische velden op de menselijke fysiologie te beschrijven. Een probleem hierbij is dat sommige personen meer gevoelig lijken te zijn en sneller reageren op blootstelling aan ELF magnetische velden dan andere. Dientengevolge moeten intra- en interindividuele verschillen in rekening gebracht worden in de studie van de effecten. In vroeger onderzoek is aangetoond dat menselijke houdingstremor gevoelig is voor magnetische veld blootstelling, maar gegevens over individuele respons op blootstelling zijn niet in detail onderzocht. Daarom werd de houdingstremor van 24 personen geëvalueerd met ELF magnetische velden blootstelling “aan” en “af” in een dubbel blind, echt en vals blootstellingsprotocol. De richting van de tremor wijzigingen is individueel geanalyseerd voor 3 tremor karakteristieken. De onderzoeksresultaten tonen aan dat personen met een grote amplitude tremor meer reageren op magnetische veld blootstelling. De magnetische velden hadden een direct optredend effect (tussen echt en vals condities), maar de verschillen waren klein. Ten gevolge van de intra- en interindividuele variabiliteit kon geen statistische analyse uitgevoerd worden. Deze resultaten tonen geen enkel potentieel schadelijk effect aan van residentiële of industriële blootstelling aan 50 Hz magnetische velden. Ze vormen een startpunt voor verder onderzoek en moeten in rekening gebracht worden bij het opmaken van nieuwe blootstellingslimieten.

EFFECT OF A LOW INTENSITY MAGNETIC FIELD ON HUMAN MOTOR BEHAVIOR.
[Effect van een magnetisch veld met lage intensiteit op menselijk bewegings-gedrag.]
Legros A., A.Beuter
Bioelectromagnetics 26 : 657-669, 2005.

In deze studie bij 24 vrijwilligers werd het effect van 1000 μT 50Hz magnetisch veld gericht op het deel van het hoofd dat verantwoordelijk is voor de verplaatsingen van de wijsvinger bestudeerd. De houdings- en kinetische tremor werd genoteerd bij 4 “veld aan” en 4 “veld uit” condities, elk getest met een reële en een voorgewende blootstelling. Er werd geen effect vastgesteld op kinetische tremor. Bij houdings-tremor was de proportie van oscillaties bij lage frequenties (tussen 2 en 4 Hz) hoger gedurende de reële blootstelling dan tijdens de voorgewende blootstelling. Dit veronderstelt dat het veld een subtiel niet-pathologisch vertraagd effect op menselijk gedrag kan hebben.

NEUROFYSIOLOGISCHE EN GEDRAGSEFFECTEN VAN EEN 60 HZ, 1800 μT MAGNETISCH VELD IN DE MENS.
Legros A, Corbacio M, Beuter A, Modolo J, Goulet D, Prato FS, Thomas AW.
Eur J Appl Physiol. 2012; 112: 1751-1762.

Deze studie had als doel om de effecten van een 60 Hz, 1800 μT magnetisch veld (MV) blootstelling op neurofysiologische (EEG) en neuromotorische (staand evenwicht, vrijwillige motoriek, en fysiologische tremor) aspecten van mensen te onderzoeken met één enkele experimentele procedure. Hoewel resultaten van deze studie wijzen op een vermindering van het staande evenwicht tijdens MV blootstelling, en ook een toename van de fysiologische tremor amplitude in het frequentiebereik in verband met het centrale zenuwstelsel, konden geen blootstellingseffecten vastgesteld worden op andere onderzochte parameters (bv. EEG of vrijwillige motor control).

Conclusie: Deze resultaten suggereren dat 1 uur van 60 Hz, 1800 μT MV blootstelling bij een mens onwillekeurige motorische controle kan moduleren zonder corticale elektrische activiteit.

EFFECTEN VAN BLOOTSTELLING AAN 60 HZ MAGNETISCHE VELDEN TOT 3000 µT OP DE HERSENACTIVITEIT VAN DE MENS ZOALS GEMETEN DOOR FUNCTIONELE MAGNETISCHE RESONANTIE IMAGING.
Legros A, Modolo J, Brown S, Roberston J, Thomas AW.
PLoS One. 2015; 10 (7): e0132024.

Er is gerapporteerd dat verschillende aspecten van het menselijk zenuwstelsel en bijbehorende motorische en cognitieve processen gemoduleerd kunnen worden door extreem lage frequentie (ELF, <300 Hz) in tijd variërende magnetische velden (MF). Omwille van hun wereldwijde aanwezigheid zijn elektriciteitslijn frequenties (60 Hz in Noord-Amerika) hier van bijzonder belang. Ondanks intensief onderzoek in de afgelopen decennia zijn de mogelijke effecten van 60 Hz MF nog steeds niet gekend, en worden de onderliggende mechanismen niet begrepen. In deze studie hebben de auteurs gebruikt gemaakt van functional Magnetic Resonance Imaging (fMRI) om mogelijke veranderingen in de functionele hersenactiviteit bij motorische en cognitieve taken te karakteriseren na een blootstelling aan 60 Hz MF. Eerst werden piloot resultaten, verworven in een eerste set van proefpersonen (N = 9), gebruikt om de technische haalbaarheid van het gebruik van fMRI, om subtiele veranderingen in de functionele hersenactiviteit bij een 60 Hz MF blootstelling van 1800 µT te detecteren. Nadien werd in een volledige studie met een grotere cohort van proefpersonen de hersenactiviteit getest tijdens 1) een taak met tikken van de vinger (N = 20), en 2) een mentale rotatie taak (N = 21) voor en na een uur blootstelling aan 60 Hz 3000 µT MF. De resultaten tonen belangrijke wijzigingen in de taak geïnduceerde functionele hersenactiviteit als gevolg van MF blootstelling. Er werd echter geen invloed gevonden op de taakuitvoering. Deze resultaten illustreren het potentieel van het gebruik van fMRI voor het identificeren van MF-geïnduceerde veranderingen in functionele hersenactiviteit, en laten uitschijnen dat een uur blootstelling aan 60 Hz, 3000 µT MF in staat is activiteit in specifieke hersengebieden te moduleren na het einde van de blootstellingsperiode (restverschijnselen).

Conclusies: De auteurs bespreken de mogelijkheid dat MF blootstelling van 60 Hz, 3.000 µT in staat is tot het moduleren van corticale exciteerbaarheid via een modulatie van synaptische plasticiteitsprocessen.

DE INVLOED VAN ELEKTRISCHE, MAGNETISCHE EN ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN OP HET CIRCADIAAN SYSTEEM: HUIDIGE STAND VAN DE KENNIS.
Lewczuk B, Redlarski g, Zak A, Ziolkowska N, Przybylska-Gornowicz B, Krawczuk M.
Biomed Res Int. 2014: 169459.

De resultaten van studies naar de effecten van elektrische, magnetische en elektromagnetische velden op melatonine en cortisol secretie alsook op de slaap zijn grotendeels tegenstrijdig. De tegengestelde resultaten ten gevolge van de invloed van deze fysische factoren op de secretie van beide “circadiane” hormonen werden verkregen in alle groepen onderzoeken waaronder epidemiologische studies, studies met vrijwilligers en dierproeven. Bovendien gaven de in-vitro-onderzoeken op pijnappelklieren van knaagdieren ook inconsistente resultaten. De bronnen van de discrepanties blijven onbekend. Maar factoren als een foute schatting van de blootstelling, interferenties met andere factoren zoals licht en medicatie, verschillen in de fase van het circadiane ritme tijdens de blootstelling en interindividuele variabiliteit in de gevoeligheid voor elektromagnetische velden lijken van de aandacht waard te zijn. Het idee dat sommige mensen gevoeliger zijn voor het elektromagnetische veld dan anderen door genetische achtergrond en / of huidige gezondheidstoestand, lijkt zeer aantrekkelijk en moet worden opgenomen in andere studies. Het is de moeite waard op te merken dat inconsistente resultaten ook verkregen zijn in de onderzoeken naar andere effecten van elektrische, magnetische en elektromagnetische velden op het lichaam, met inbegrip van hun tumor bevorderende werking.

Conclusie: In de huidige literatuur is er geen bewijs in de epidemiologische en experimentele data voor de hypothese van de verstoring van melatonine secretie als een van de belangrijkste factoren die verantwoordelijk zijn voor carcinogene effecten van elektrische, magnetische of elektromagnetische velden. Derhalve moet dit worden beschouwd als negatief geverifieerd.

DE CARDIOVASCULAIRE RESPONS OP EEN ACUUT 1800-MICROTESLA, 60-HZ MAGNETISCHE VELD BLOOTSTELLING BIJ DE MENS.
McNamee DA , Corbacio M , Weller JK , Brown S , Prato FS , Thomas AW , Legros AG.

Eerder gepubliceerde literatuur heeft een effect van extreem laagfrequente (ELF) magnetische velden (MV) op de menselijke hartfrequentie (HR) en de hartslag variabiliteit (HRV) verondersteld. De gecombineerde reactie van de microcirculatie en macrocirculatie bij blootstelling aan ELF MV is nog niet eerder onderzocht bij de mens. Deze studie onderzocht de effecten van een 1 uur durende blootstelling aan een 1800 µT, 60 Hz-MV op de menselijke microcirculatie (vertegenwoordigd in deze studie door de huid bloed perfusie), HR, laag- frequente HRV, en hoog-frequente HRV. Achtenvijftig vrijwilligers werden aangezocht om deel te nemen in een dubbel-blind studie bestaand uit twee testsessies (reële en fictieve blootstelling) uitgevoerd op afzonderlijke dagen. Elke sessie bestond uit vier opeenvolgende blokken van metingen, gescheiden door 15 minuten rusttijd, wat de meting van cumulatieve en residuele MV effecten toeliet. ANOVA werdt uitgevoerd op elk van de gemeten parameters. Een daling van de huid bloed perfusie en HR, en een toename van de HRV werden waargenomen over de verschillende blokken (p <0,05). Geen enkele sessie met blok interacties werden gevonden voor één van de cardiovasculaire parameters die een MV-effect kan suggereren (p> 0,05). Een sessie met blok interactie (p <0,001) en een MV orde effect (fictieve of werkelijke blootstelling eerst, p <0,05) zijn waargenomen voor huidoppervlak temperatuur.

Conclusies: De MV gebruikt in dit experiment had geen invloed op cardiovasculaire parameters. Hoewel een alternatieve verklaring voor waarom de huidoppervlak temperatuur daalde tijdens de fictieve is en niet tijdens de reële blootstelling voorgesteld wordt, kan de mogelijkheid van een MV effect kan niet worden uitgesloten.

DE REACTIE VAN DE MENSELIJK BLOEDSOMLOOP OP EEN ACUTE 200-?T, 60-HZ BLOOTSTELLING AAN MAGNETISCHE VELDEN.
McNamee DA, Corbacio M, Weller JK, Bruin S, Stodilka RZ, Prato FS, Bureau Y, Thomas AW, Legros AG.
Int Arch Occup Environ Health 2011; 84: 267-277.

Recent onderzoek door de auteurs over de gevolgen van blootstelling aan extreem laag frequente (ELF) magnetische velden (MF) op de menselijke hartslag (HR), hartslag variabiliteit (HRV), en de bloed perfusie in de huid heeft geen cardiovasculaire effecten gevonden van blootstelling aan 1800 -µT, 60-Hz MF. Onderzoek van de groep met ratten, heeft echter effecten op de microcirculatie gesuggereerd bij een 200-µT, 60-Hz MF blootstelling. Deze pilootstudie onderzocht de effecten van 1 uur blootstelling aan een 200-µT, 60-Hz MF op de menselijke bloedsomloop. Microcirculatie (zoals de bloed perfusie van de huid) en HR werden gemeten met behulp van laser Doppler flowmetry. Gemiddelde arteriële bloeddruk werd gemeten met een niet-invasieve bloeddruk-systeem.

Tien vrijwilligers werden geworven om deel te nemen in een counterbalanced, enkel-blind onderzoek bestaande uit twee testsessies (echte en gesimuleerde blootstelling) uitgevoerd op verschillende dagen. Elke sessie bestond uit vier opeenvolgende meetperioden gescheiden door rust, wat de beoordeling van cumulatieve en resterende MF effecten mogelijk maakt.

Uit een intra-subject variantieanalyse bleek niet dat er interacties waren voor de verschillende parameters die suggestief zijn voor een MF-effect (p> 0,05). Perfusie, HR, en de huid oppervlakte temperatuur daalde in de loop van het experiment (p <0,05).

Conclusies: De MF gebruikt in dit experiment heeft geen invloed op perfusie, HR of arteriële druk. Afnemende doorbloeding en HR-trends in de tijd waren vergelijkbaar met eerdere resultaten en lijken geassocieerd te worden met een combinatie van inactiviteit (resulterend in dalende lichaamstemperatuur) en een verminderde fysiologische arousal.

MENSELIJKE BLOOTSTELLING AAN EXTREEM LAGE FREQUENTIE MAGNETISCHE VELDEN TOT 7,6 MT: EEN GEÏNTEGREERDE EEG / fMRI-STUDIE.
Modolo J, Thomas AW, Legros A.
Bioelectromagnetics. 2017 Jun 19.

De auteurs beoordeelden de effecten van magnetische velden (MF) in de mens door middel van gelijktijdige elektroencefalografie (EEG) en functionele magnetische resonantiebeeldvorming (fMRI). 25 deelnemers werden ingeschreven in een pseudo-dubbelblind experiment waarbij blootstelling aan “echte” of “schadelijke” blootstelling aan sinusvormige 60 Hz MF werd gegeven met behulp van de gradiëntspoel van een MRI-scanner onder twee omstandigheden: (i) 10 s blootstelling aan 3 mT (10 herhalingen); (ii) 2 s blootstelling aan 7,6 mT (100 herhalingen). Occipitale EEG spectrale kracht werd berekend in het alfa bereik (8-12 Hz, de gevoeligste band voor MF blootstelling in de literatuur) met / zonder blootstelling. De functionele werking van de hersenen werd onderzocht met behulp van fMRI-bloedzuurstofgehalte afhankelijke kaarten (BOLD, omgekeerd gecorreleerd met EEG alpha power). Er werden geen significante effecten gedetecteerd op occipitale EEG-alpha-kracht tijdens of na blootstelling voor elke blootstellingsconditie. In overeenstemming met EEG-resultaten werden geen effecten waargenomen op fMRI BOLD-kaarten in een hersengebied. Deze resultaten suggereren dat acute blootstelling (2-10 s) tot 60 Hz MF van 3 tot 7,6 mT (30.000 tot 76.000 keer hoger dan de gemiddelde publieke blootstellingsniveaus voor 60 Hz MF) geen detecteerbare veranderingen in EEG- of BOLD-signalen veroorzaakt.

Conclusies: Gecombineerd met eerdere bevindingen waarin effecten werden waargenomen op het BOLD-signaal na 1 uur blootstelling aan 3 mT, 60 Hz MF, suggereert dit onderzoek dat bij MF-blootstelling in het lage mT bereik (<10 mT) een langdurige blootstellingsduur vereist is voor het induceren  van detecteerbare effecten.

ELEKTOMAGNETISCHE VERSTORING VAN IMPLANTEERBARE CARDIOVERTER – DEFIBRILLATOREN DOOR 50 HZ VELDEN: EEN IN VIVO ONDERZOEK.
Napp A, Joosten S, Stunder D, Knackstedt C, Zink M, Bellmann B, Marx N, Schauerte P, Silny J.
Circulation. 2014 ; 129 (4) :441-450.

Het aantal geïmplanteerbare cardioverter – defibrillatoren (ICD’s) voor het voorkomen van plotselinge hartdood blijft toenemen. Gezien de technologische complexiteit van ICD’s, is het van cruciaal belang om mogelijke schadelijke elektromagnetische interferenties tussen verschillende bronnen van elektromagnetische velden en ICD’s in het dagelijks leven en de werkomgeving te identificeren en te beheersen.

Interferentie drempels van 110 ICD patiënten (1 – , 2 – en 3 – kamer ICD’s) werden geëvalueerd in een speciaal ontwikkelde testomgeving. De patiënten werden blootgesteld aan afzonderlijke en gecombineerde magnetische 50 Hz velden met sterktes tot 30 kV m ⁻ ¹ en 2,55 mT. Tests werden uitgevoerd in de slechtste omstandigheden, zoals maximale gevoeligheid van het apparaat of volledige inspiratie. Met apparaten die werden geprogrammeerd met de nominale gevoeligheid bleven de ICD’s ongestoord in 91 patiënten (83%). Vijf van 110 apparaten (5 %) vertoonden een voorbijgaand verlies van nauwkeurige rechter ventrikel sensing, terwijl 14 van de 31 (45 %) van de 2 – en 3 – kamer -apparaten verminderde rechts atriale sensing weergegeven. Bij 71 patiënten (65 %) werd geen storing gedetecteerd bij programmering naar maximale gevoeligheid, terwijl 20 van 110 patiënten (18 %) rechterventrikel stoornissen vertoonden en 19 van 31 (61 %) rechter atrium stoornissen vertoonden.

Conclusies : Extreem laagfrequente elektromagnetische velden zoals die in het dagelijks leven voorkomen verstoren de sensing mogelijkheden van ICD’s niet. Echter, sterke 50 Hz elektromagnetische velden die in bepaalde arbeidsomgevingen voorkomen kunnen een onjuiste waarneming veroorzaken wat kan leiden tot valse detectie van atriale / ventriculaire aritmie- events. Wanneer rechts atrium / rechts ventrikel storingen worden vergeleken is de atriale draad het meest gevoelig voor elektromagnetische velden.

EEN MAGNETISCH VELD MET LAGE INTENSITEIT BEÏNVLOEDT HET KORTE TERMIJN GEHEUGEN: EEN STUDIE IN EEN GROEP GEZONDE STUDENTEN.
Navarro EA, Gomez-Perretta C, Montes F.
Bioelectromagnetics. 2016; 37: 37-48.

Deze studie analyseert de invloed van een externe magnetisch stimulus (2 kHz en ongeveer 0,1 µT toegepast in de buurt van de frontale cortex) op het werkgeheugen, perceptie, binaire beslissing, bewegingsuitvoering en volgehouden aandacht bij de mens. Een magnetisch stimulus en een schijn stimulus werden toegepast op beide zijden van het hoofd (frontale cortex in de buurt van temporale-pariëtale gebied) bij jonge en gezonde mannelijke proefpersonen (n = 65) tijdens het uitvoeren van een Sternberg geheugen scanning taak. Er was een significante wijziging in reactietijd. Tijden opgenomen voor waarneming, volgehouden aandacht, en de bewegingsuitvoering waren lager bij blootgestelde personen (P <0,01). Anderzijds was de tijd voor een binaire beslissing verhoogd bij proefpersonen blootgesteld aan magnetische velden.

Conclusies: Het lijkt erop dat een lage intensiteit 2 kHz blootstelling het kortdurende werkgeheugen, en waarneming, binaire beslissing, bewegingsexecutie en volgehouden aandacht wijzigt.

INTOLERANTIE VOOR GEUR EN GELUID BIJ PERSONEN MET ZELF-GERAPPORTEERDE ELEKTROMAGNETISCHE OVERGEVOELIGHEID.
Nordin S, Neely G, Olsson D, Sandström M.
Int J Environ Res Public Health. 2014; 11 (9): 8794-8805.

Gebrek aan bevestiging van de symptomen toegeschreven aan elektromagnetische velden (EMV) en veroorzaakt door blootstelling aan elektromagnetische velden heeft gewezen op de rol van individuele factoren. Vroegere waarnemingen wijzen op intolerantie voor andere vormen van milieublootstellingen bij mensen met elektromagnetische overgevoeligheid (EHS). Deze studie onderzocht de verschillen in intolerantie voor geur en lawaai tussen personen met EHS en gezonde controles door gebruik van subschalen en globale maten van de Chemical Sensitivity Scale (CSS) en de Noise Sensitivity Scale (NSS). De EHS groep scoorde significant hoger dan de controles op alle CSS en NSS schalen. Correlatie coëfficiënten tussen CSS en NSS scores varieerden 0,60-0,65 over de verschillende maten.

Conclusies: De resultaten suggereren een verband tussen EHS en intolerantie voor geur en lawaai, en moedigen verder onderzoek van individuele factoren voor het begrijpen van EMF-gerelateerde symptomen aan.

CELLULAIRE EFFECTEN VAN ELF ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN.
Santini MT , Rainaldi G , Indovina PL .
Int J Radiat Biol. 2009;85(4):294-313.

De literatuur geeft aan dat er nog steeds geen overeenstemming is over de exacte biologische schadelijke effecten van ELF velden, over de fysische mechanismen die deze effecten veroorzaken en over de mate waarin deze effecten schadelijk zijn voor mensen. Niettemin, de meerderheid van het in vitro experimenteel onderzoek geeft aan dat ELF velden verschillende soorten wijzigingen kunnen overbrengen in cellen. Of de invloeden die waargenomen worden op cellulair niveau direct kunnen geëxtrapoleerd worden naar negatieve effecten bij mensen is nog steeds niet gekend. De verscheidenheid van effecten die ELF velden hebben op biologische systemen wordt het best mee in rekening genomen wanneer men de risico’s voor mensen gaat bepalen en aangepaste wetgeving maakt voor zowel het algemeen publiek als de werkende bevolking.

ACUTE BLOOTSTELLING AAN 50-HZ MAGNETISCHE VELDEN VERHOOGT INTERLEUKINE-6 BIJ JONGE GEZONDE MANNEN
Selmaoui B, Lambrozo J, Sackett-Lundeen L, Haus E, Touitou Y.
J Clin Immunol. 2011, 31: 1105-1111.

Sommige epidemiologische studies hebben gesuggereerd dat extreem laagfrequente magnetische velden de menselijke gezondheid kunnen beïnvloeden en meer specifiek dat de incidentie van bepaalde vormen van kanker kan toenemen bij mensen die wonen of werken in omgevingen blootgesteld aan dergelijke velden. Deze studie is onderdeel van een brede studie bij de mensen. De hier gepresenteerde studie werd ontworpen om te zoeken naar mogelijke effecten van acute blootstelling aan 50 Hz magnetische velden (10 µT) op de interleukine 1 bèta (IL-1ß), interleukine 2 (IL-2), interleukine-6 ??(IL-6) , interleukine-1 receptor antagonist (IL-1RA), en de interleukine-2 receptor (IL-2R) productie. Tweeëndertig jonge mannen (20-30 jaar) werden verdeeld in twee groepen (schijnblootgestelde of controlegroep en blootgestelde groep) van 16 personen elk. Alle proefpersonen namen deel aan twee 24-uur experimenten om de effecten van zowel continue als intermitterende blootstelling aan magnetische lineair gepolariseerd velden te evalueren (1 uur “uit” en 1 uur “aan” met het veld “aan” en “uit” om de 15 s). De proefpersonen werden al liggend blootgesteld aan het magnetisch veld van 23:00 tot 08:00. Bloedmonsters werden verzameld tijdens elke sessie om 11:00, 17:00, 22:00, 01:00, 04:00, 06:00 en 08:00.

Conclusie: De resultaten toonden aan dat blootstelling aan 50 Hz magnetische velden (10 µT) de IL-6 aanzienlijk verhoogt bij de proefpersonen die werden blootgesteld aan een intermitterende magnetisch veld. Er is echter geen effect waargenomen op de interleukine IL-1ß, IL-2, IL-1RA, en IL-2R.

ONDERZOEK NAAR WIJZIGINGEN IN HET EEG TIJDENS DE BLOOTSTELLING AAN EXTREEM LAAGFREQUENTE MAGNETISCH VELDEN.
Shafiei SA, Firoozabadi SM, Tabatabaie KR, Ghabaee M.
Neurol Sci. 2014; 35 (11): 1715-1721.

Er zijn studies die het effect van magnetische velden (MF) op de hersensignalen en sommige psychische aandoeningen zoals hoofdpijn, migraine en depressie bevestigen. Het doel van dit onderzoek was om veranderingen in het EEG spectrum ten gevolge van plaatselijke blootstelling van verschillende delen van de hersenen aan extreem laagfrequente magnetische velden (ELF-magnetische velden) te onderzoeken om een aantal protocollen te verkrijgen voor de behandeling van bepaalde psychische stoornissen. Daarnaast werden effecten onderzocht door toenemende intensiteit van ELF-MF. Het EEG relatieve vermogensspectrum werd geëvalueerd op T4, T3, F3, F4 en Cz punten wanneer alle punten werden blootgesteld aan magnetische velden van 45, 17, 10, 5 en 3 Hz frequenties afzonderlijk.  De intensiteit van MF was 0, 100, 240, of 360 µT in vier sessies. Significante veranderingen werden waargenomen in verschillende EEG banden veroorzaakt door plaatselijke blootstelling aan ELF-MF op verschillende locaties in de hersenen (P <0.05). Sommige blootstellingen aan magnetische velden gaven een afname van de alfaband van de frontale en centrale gebieden in gesloten-ogen toestand.

Conclusies: Op basis van de bevindingen van deze studie kunnen protocollen ontworpen worden waarbij met behulp van een combinatie van verschillende magnetische veld blootstellingen men in de hersenen signalen opwekt die klinisch geëvalueerd kunnen worden.

STUDIE VAN DE FREQUENTIEPARAPETERS VAN EEG DIE BEÏNVLOED WORDEN DOOR ZONE-AFHANKELIJK LOKALE ELF-MV BLOOTSTELLING VAN HET MENSELIJKE HOOFD.
Shafiei SA, Firoozabadi SM, Rasoulzadeh Tabatabaie K, Ghabaee M.
Electromagn Biol Med. 2012; 3:112-121.

Er is gerapporteerd dat proefpersonen blootgesteld aan elektromagnetische velden veranderingen vertonen in EEG signalen met de frequentie van de stimulatie. Het doel van deze studie was om verschillende delen van de hersenen bloot te stellen aan extreem laagfrequente magnetische velden en het EEG spectrum wijzigingen te onderzoeken op de frequentie van de stimulatie. Het EEG spectrum werd geëvalueerd bij 3, 5, 10, 17 en 45 Hz frequenties op T4, T3, F3, Cz en F4 punten respectievelijk, wanneer deze punten werden blootgesteld aan magnetische velden met gelijke frequentie en een 100 μT intensiteit.

Conclusie: De gepaarde t-test resultaten toonden aan dat de de EEG geen significante verandering in de frequentie van de stimulatie (P <0,05) veroorzaakt. Verder werden er significante veranderingen in verschillende EEG banden ten gevolge van plaatselijke blootstelling aan ELF-MV op verschillende punten van de hersenen waargenomen.

ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN EN DE BLOED-HERSEN BARRIÈRE.
Stam R.
Brain Res Rev 2010; 65 (1): 80-97.

De bloed-hersenbarrière (BHB) bij zoogdieren bestaat uit endotheelcellen, verbonden door nauwe verbindingen en de aangrenzende pericyten en extracellulaire matrix. De BHB helpt een zeer stabiele extracellulaire omgeving handhaven die nodig is voor een nauwkeurige synaptische transmissie en beschermt het zenuwstelsel tegen een letsels. Een verhoging van zijn normaal gesproken lage permeabiliteit voor hydrofiele en geladen moleculen zou schadelijk kunnen zijn. Methoden ter beoordeling van de doorlaatbaarheid van de BHB maken gebruik van histologische kleuring van marker moleculen in de hersensecties en meting van de concentratie van de marker moleculen in het bloed en hersenweefsel. Voor- en nadelen worden besproken. Blootstelling aan niveaus van radiofrequente elektromagnetische velden (EMV) die verhoging van hersenen temperatuur met meer dan 1 ° C veroorzaken kunnen reversibel de doorlaatbaarheid van de BHB voor macromoleculen verhogen. Het experimenteel bewijs ondersteunt geen effect van ‘niet-thermische’ radiofrequente velden met magnetron en mobiele telefoon frequenties op de BHB permeabiliteit. Aanwijzingen voor een effect van het EMF gegenereerd door magnetische resonantie beeldvorming op permeabiliteit is tegenstrijdig en conclusies worden belemmerd door potentiële verstorende variabelen en gelijktijdige blootstelling aan verschillende types frequenties van elektromagnetische velden. De literatuur over de effecten van laagfrequente elektromagnetische velden, die niet leiden tot opwarming van weefsel, is schaars en heeft nog geen conclusies mogelijk gemaakt betreffende permeabiliteitswijzigingen. Studies over de mogelijke gevolgen van blootstelling aan elektromagnetische velden op de permeabiliteit van de BHB bij de mens zijn nagenoeg afwezig. Toekomstige studies van de permeabiliteit moet zich richten op lage frequentie-effecten en effecten bij de mens. Men moet er voor zorgen dat de methodologische beperkingen van eerdere studies voorkomen worden. De relevantie van de pathofysiologische veranderingen moet nog gevonden worden.

OP ATTRIBUTIE GEBASEERDE NOCEBO EFFECTEN. WAARGENOMEN EFFECTEN VAN EEN PLACEBO PIL EN EEN SCHIJNBLOOTSTELLING AAN MAGNETISCH VELD OP COGNITIEVE PERFORMANTIE EN SOMATISCHE SYMPTOMEN.
Szemerszky R, Dömötör Z, Berkes T, Köteles F.
Int J Med Behav. 2016; 23 (2): 204-213.

Negatieve niet-specifieke (nocebo-achtig) effecten van medicijnen en elektromagnetische velden worden vaak omschreven als de resultaten van verkeerde attributie. Deze studie had als doel om empirisch bewijs ter ondersteuning van deze theorie te vinden.

Deelnemers die vragenlijsten invulden voor het beoordelen van moderne gezondheidszorgen, gezondheidsangst en somatosensorische amplificatie, werden verdeeld in drie blootstellingsgroepen (placebo pil met kalmerende informatie, schijn blootstelling aan een magnetisch veld, en controle), en voltooiden een 14-min waakzaamheid taak. Veranderingen in fysiologische opwinding (hartslag, hartslagvariabiliteit, en huidgeleiding) en gerapporteerde symptomen werden gemeten. Causale attributies met betrekking tot cognitieve prestaties en gerapporteerde symptomen werden ook beoordeeld.

In de twee interventie groepen was er geen toename van de symptomen en de gemeten fysiologische opwinding. Een vermeende negatieve invloed op de cognitieve prestaties werd toegeschreven aan beide schijn omstandigheden en de toeschrijvingen sloten aan bij de moderne gezondheidszorgen. Een deel van de gerapporteerde symptomen werd toegeschreven aan de placebo pil niet aan een het schijn magneetveld. Symptoom toeschrijvingen waren niet gerelateerd aan een beoordeelde psychologische variabelen.

Conclusies: Een opgewekt fysiologische toestand is niet noodzakelijk voor het automatische causale attributie proces. Negatieve effecten toegeschreven aan medicatie en omgevingsfactoren kunnen als onvermijdelijke neveneffecten van menselijk cognitief-emotioneel functioneren worden beschouwd; ze kunnen worden verlicht, maar niet volledig worden vermeden.

VERVUILDE PLAATSEN OF VERVUILDE GEESTEN? EEN EXPERIMENTELE SHAM-BLOOTSTELLING STUDIE OVER ACHTERLIGGENDE PSYCHOLOGISCHE FACTOREN VAN SYMPTOOMVORMING IN “IDIOPHATISCHE MILIEU INTOLERANTIE TOEGESCHREVEN AAN ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN “.
Szemerszky r, Köteles F, Lihi R, Bardos G.
Int J Hyg Environ Health. 2010; 213: 387-394.

‘Idiophatische omgevingsintolerantie toegeschreven aan elektromagnetische velden’ (IEI-EMF) verwijst naar de perceptie van subjectieve symptomen tijdens of na blootstelling aan elektromagnetische velden. Het is weerlegt dat IEI-EMF een overwegend biologische entiteit zou zijn, en bewijzen van de rol van nocebo-effect in het fenomeen nemen toe. De twee doelstellingen van dit onderzoek waren om de significante rol van het nocebo-effect in de fysieke symptomen gemeld bij van blootstelling aan 50Hz elektromagnetische velden aan te tonen, alsmede om een aantal psychologische factoren die kunnen predisponeren tot IEI-EMF op te sporen.

Een totaal van 40 vrijwillige universitaire studenten hebben een batterij van psychologische vragenlijsten (verwachtingen; IEI-EMF; angst – STAI-S; dispositioneel optimisme – LOT-R; somatisatie – PHQ-15; somatosensorische amplificatie – SSAS) afgewerkt, en checklists van lichamelijke symptomen tijdens gesimuleerde blootstelling aan “zwakke” en “sterke” EMV, werden ingevuld. De deelnemers werden ook vragen gesteld over de mate waarin zij de aanwezigheid van de vermoedelijke EMF konden ervaren.

Deelnemers met een hogere IEI-EMF scores verwachten en ervaarden meer symptomen. Suggestie van een sterkere blootstelling aan elektromagnetische velden resulteerde in grotere symptoomscores en toegenomen EMF-perceptie ten opzichte van de veronderstelde zwakkere blootstelling. Ervaren symptoom scores werden voorspeld voornamelijk door somatisatie scores, terwijl de self-rating van IEI-EMF werd voorspeld door somatosensorische amplificatie scores.

Conclusie: De resultaten bevestigen dat er een aanzienlijk nocebo-effect in rapporteren van symptomen met betrekking tot blootstelling aan 50Hz elektromagnetische velden. IEI-EMF lijkt te worden gevormd door middel van een vicieuze cirkel van psychosociale factoren, zoals verbeterde perceptie van risico’s en verwachtingen, self-monitoring, somatisatie en somatosensorische amplificatie, causalisatie en misattributie.

TESTEN VAN ELEKTROMAGNETISCHE OMGEVINGEN VOOR DE BEPALING VAN HET RISICO OP INTERFERENTIE MET PACEMAKERS.
Maria Tiikkaja , Aapo L. Aro , Tommi Alanko , Harri Lindholm , Heli Sistone , Juha EK Hartikainen , Lauri Toivonen , Jukka Juutilainen , Maila Hietanen.
Safety and Health at Work 2013; 4(1):156-159.

Van pacemakers is bekend dat ze gevoelig zijn voor sterke elektromagnetische velden (EMV). Deze in-vivo studie onderzocht het optreden van elektromagnetische interferentie in pacemakers door gewone omgevingsbronnen van EMV.

Elf vrijwilligers met een pacemaker werden blootgesteld aan elektromagnetische velden die door twee basisstations voor mobiele telefonie, een elektrisch aangedreven trein en een bovengrondse hoogspanningslijn werden veroorzaakt. Alle pacemakers werden geprogrammeerd in normale klinisch geselecteerde instellingen met een bipolaire waarneming en stimulatie-configuraties.
Geen van de pacemakers toonde een storing in een van deze blootstellingssituaties. Echter, vaak is het niet duidelijk of er sterke elektromagnetische velden aanwezig zijn in werkomgevingen, en dus een individuele risico-evaluatie nodig is.

Conclusie : Moderne pacemakers zijn goed afgeschermd tegen externe elektromagnetische velden, en werknemers met een pacemaker kunnen meestal terugkeren naar hun vorige werk na de implantatie van een pacemaker. Echter, een passende risicobeoordeling is nog steeds nodig na de implantatie van een pacemaker, een verandering van zijn generator, of ingrijpende wijziging van de programmeringsinstellingen.

INTERFERENTIE VAN LAAGFREQUENTE MAGNETISCHE VELDEN MET IMPLANTEERBARE CARDIOVERTER-DEFIBRILLATOREN.
Tiikkaja M, Alanko T, Lindholm H, Hietanen M, L Toivonen, Hartikainen J.
Scand Cardiovasc J. 2012; 46:308-314.

Zeventien cardioverter-defibrillatoren (ICD) werden blootgesteld aan magnetische velden met verschillende intensiteiten door middel van een Helmholtz spoelenstelsel. Sinusvormige, pols, helling en vierkante golfvormen met een frequentiebereik van 2 Hz tot 1 kHz werden gebruikt.

ICD storingen traden op in 11 van de 17 geteste ICD’s. De ICD storingen die zich voordeden waren valse detecties van ventriculaire tachycardie (6/17 ICD’s) en ventriculaire fibrillatie (3/17 ICD’s), valse detectie van atriale tachycardie (4/6 tweekamer ICD’s) en tachycardie detectie optredend tijdens atriale of ventriculaire refractaire perioden (1/17 ICD). In de meeste gevallen trad er geen storing op bij magnetische veldsterkten lager dan de arbeidsveiligheidsgrenzen van de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP). Toch hadden sommige frequenties met toepassing van sinus, ramp of vierkante golfvormen een interferentie met bepaalde ICD’s op een niveau onder deze grenzen. Er waren geen elektromagnetische interferenties met een van de ICD bij veldsterkten lager dan de ICNIRP limieten voor de blootstelling van het algemeen publiek.

Conclusie: Evaluatie van elektromagnetische interferentie moet deel uitmaken van de risicobeoordeling van een medewerker die weer aan het werk gaat na een ICD-implantatie. De risicobeoordeling moet magnetisch veld intensiteit, frequentie en golfvormen in beschouwing nemen.

EXPERIMENTELE STUDIE NAAR VERSTORING VAN PACEMAKERS DOOR BLOOTSTELLING AAN VERSCHILLENDE EXTERNE MAGNETISCHE VELDEN.
Tiikkaja M, Alanko T, Lindholm H, Hietanen M, Hartikainen J, Toivonen L.
J interv Card Electrophysiol. 2012; 34: 19-27.

Pacemaker verstoring als gevolg van blootstelling aan magnetische velden in sommige werkomgevingen kan leiden tot ernstige problemen voor werknemers met pacemakers. Het doel van deze studie was om de magnetisch veld interferentie drempels te vinden voor een aantal veelgebruikte pacemaker modellen.

De auteurs onderzochten 16 pacemakers van drie verschillende fabrikanten met blootstelling in het frequentiegebied van 2 tot 1000 Hz, met sinusvormige, stijgende en vierkante golfvormen. De magnetische velden werden door een computer gestuurd Helmholtz spoelenstelsel voortgebracht.

Pacemaker verstoring trad op in 6 van de 16 pacemakers. De interactie ontwikkelde zich bijna onmiddellijk na het begin van de blootstelling aan de magnetische velden. Bij elke golfvorm, toonden ten minste twee pacemakers interferentie. In de meeste testen was er bij blootstelling aan velden met een intensiteit onder de internationale veiligheid grenzen geen verstoring. Toch hebben een aantal frequenties met toepassing van stijgende of vierkante golfvormen, zelfs bij niveaus onder de blootstellingslimieten voor het algemeen publiek, pacemakers verstoord. Het optreden van verstoringen is sterk afhankelijk van de golfvorm, frequentie, magnetische veldsterkte en de detectieconfiguratie van de pacemaker. Unipolaire configuraties waren gevoeliger voor storingen dan de bipolaire. Daarnaast was er bij magnetische velden loodrecht op de pacemakerlussen meer kans op storingen dan bij parallelle velden.

Conclusie: Er is behoefte aan verder onderzoek betreffende de pacemaker verstoring die wordt veroorzaakt door verschillende externe magnetische velden om een veilige werkomgeving voor werknemers met een pacemaker te garanderen.

Testen van het risico op interferentie met cardiale pacemaker in normale elektromagnetische omgevingen.
Tiikkaja M , Aro AL, Alanko T, Lindholm H , Sistonen H , Hartikainen JE, Toivonen L , Juutilainen J , Hietanen M.
Saf Health Work. 2013, 4 (3):156 – 159.

Van pacemakers is bekend dat ze gevoelig zijn voor sterke elektromagnetische velden (EMV). Deze in-vivo studie onderzocht het optreden van elektromagnetische interferentie met pacemakers veroorzaakt door normale omgevingsbronnen van EMV.

Elf vrijwilligers met een pacemaker werden blootgesteld aan elektromagnetische velden die door twee basisstations voor mobiele telefonie, een elektrisch aangedreven trein en een bovengrondse hoogspanningsleidingen werden veroorzaakt. Alle pacemakers werden geprogrammeerd in normale klinische instellingen met een bipolaire detectie- en stimulatieconfiguraties.

Geen enkel van de pacemakers ervoer een storing in één van deze blootstelling situaties. Omdat het vaak niet duidelijk is of er geen sterke elektromagnetische velden aanwezig zijn in specifieke werkomgevingen blijft een individuele risicobeoordeling nodig.

Conclusie: Moderne pacemakers zijn goed afgeschermd tegen externe elektromagnetische velden, en werknemers met een pacemaker kunnen het vaakst terugkeren naar hun vorige werk na de pacemaker implantatie. Echter, een passende risicobeoordeling is nog steeds nodig na de implantatie van een pacemaker, de verandering van de generator, of ingrijpende wijziging van de programmeringsinstellingen.

ELEKTROMAGNETISCHE INTERFERENTIE VAN PACEMAKERS EN IMPLANTEERBARE CARDIOVERTER-DEFIBRILLATOREN DOOR LAAGFREQUENTE ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN IN VIVO.
Tiikkaja M, Aro AL, Alanko T, Lindholm H, Sistonen H, Hartikainen JE, Toivonen L, Juutilainen J, Hietanen M.
Europace. 2013, 15 (3): 388-394.

Elektromagnetische interferentie (EMI) kan een gevaar opleveren voor de werknemers met pacemakers en implanteerbare cardioverter-defibrillatoren (ICD’s). Op sommige werkplekken zijn de elektromagnetische velden sterk genoeg om potentieel EMI te veroorzaken. Het doel van deze is een in vivo studie van de gevoeligheid van pacemakers en ICDs aan externe elektromagnetische velden.

Elf vrijwilligers met een pacemaker en 13 met een ICD werden blootgesteld aan sinus, puls, oplopende en vierkante golfvormen van magnetische velden met frequenties van 2-200 Hz met behulp van een Helmholtz spoel. De magnetische veld fluxdichtheden varieerden rond de 300 μT. De auteurs testten ook het optreden van EMI bij een elektronische artikelbeveiliging (EAS) poort, een inductie kookplaat, en een metaal inert gas (MIG) lasmachine. Alle pacemakers werden getest met bipolaire instellingen en drie van hen ook met unipolaire detectieconfiguraties. Geen van de bipolaire geteste pacemakers of ICD’s ervaarden storingen in een van de blootstellingssituaties. De drie pacemakers met unipolaire instellingen werden beïnvloed door de hoogste velden van de Helmholtz spoel, en een daarvan ook door de EAS poort en de laskabel. De inductiekookplaat had geen invloed op de unipolair geprogrammeerde pacemakers.

Conclusie: Magnetische velden met intensiteiten zo groot als die in deze studie zijn zeldzaam zelfs in werkruimtes. In de meeste gevallen, kunnen werknemers weer aan het werk na implantatie van een bipolaire pacemaker of een ICD, na een adequate risicobeoordeling. Pacemakers geprogrammeerd in unipolaire configuratie kunnen bij hun gebruikers in omgevingen met sterke elektromagnetische velden risico’s veroorzaken, en dit moet worden vermeden, indien mogelijk.

LANGETERMIJN (TOT 20 JAAR) EFFECTEN VAN BLOOTSTELLING AAN 50 HZ MAGNETISCHE VELDEN OP HET IMMUUNSYSTEEM EN HEMATOLOGISCHE PARAMETERS BIJ GEZONDE MANNEN.
Touitou Y, Djeridane Y, Lambrozo J, Camus F, Selmaoui B.
Clin Biochem. 2013, 46 (1-2) :59-63.

De auteurs onderzocht de nachtelijke profielen van rode bloedcellen, hemoglobine, hematocriet, bloedplaatjes, gemiddelde bloedplaatjesvolume, totale witte bloedcellen, lymfocyten, monocyten, eosinofielen, basofielen, neutrofielen, Ig (Immunoglobuline) A, IgM, IgG, CD (cluster van differentiatie) 3, CD4, CD8, natuurlijke killer-cellen, B-cellen, totale CD28, CD8 + CD28 +, geactiveerde T-cellen, interleukine (IL) -2, IL-6 en IL-2 receptor, bij 15 mannen die chronisch en dagelijks blootgesteld werden tijdens een periode van 1-20 jaar, op de werkplek en thuis aan een 50-Hz magnetisch veld. De wekelijkse geometrisch gemiddelden van de individuele blootstelling varieerden van 0,1 tot 2,6 μT. De resultaten werden vergeleken met die van 15 niet-blootgesteld mannen van vergelijkbare leeftijd, met dezelfde tijdsindeling en lichaamsbeweging die dienden als controles (individuele blootstellingen varieerde van 0,004 tot 0,092 μT). Bloedmonsters werden genomen elk uur van 20:00 uur tot 08:00 uur.

Blootstelling aan magnetische velden gedurende een lange periode en op een dagelijkse basis gaf geen verandering in de niveaus of patronen van hematologische en immuunsysteem variabelen.

Conclusies: Deze gegevens tonen aan dat een langdurige blootstelling aan 50 Hz magnetische velden geen invloed heeft op de hematologische en immuunsysteemfuncties of hun profiel in gezonde mannen, althans voor de bestudeerde variabelen, en suggereren dat magnetische velden geen cumulatieve effecten hebben op deze functies.

EFFECTEN VAN PERSOONLIJKE BLOOTSTELLING OP ZELF GERAPPORTEERDE ELEKTROMAGNETISCHE HYPERSENSITIVITEIT EN –SENSIBILITEIT. EEN DUBBELBLINDE GERANDOMISEERDE CONTROLLED TRIAL.
Van Moorselaar I, Slottje P, Heller P, van Strien R, Kromhout H, Murbach M, Kuster N, R Vermeulen, Huss A.
Environ Int. 2017 Feb; 99: 255-262.

Vroegere provocatie experimenten met zelf gerapporteerde elektromagnetische overgevoeligheid (EHS) zijn bekritiseerd omdat EHS personen verplicht waren om te reizen naar de onderzoekslocaties (gezien als te stressvol), en dat ze niet in staat waren om het type signaal dat ze gemeld hadden als oorzaak te selecteren. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van mobiele blootstellingseenheden die dubbelblinde blootstellingscondities met persoonlijke blootstellingsinstellingen (type signaal, sterkte, duur) in huis mogelijk te maken. Het doel was om te evalueren of de proefpersonen in staat waren de blootstelling te identificeren en te beoordelen, en of het geven van feedback op de persoonlijke testresultaten het niveau van zelf-gerapporteerde EHS veranderde.

Dubbelblinde gerandomiseerde gecontroleerde blootstellingtesten met vragenlijsten op basislijn, onmiddellijk vóór en na het testen, en op twee en vier maanden na de testen werden gebruikt. De deelnemers kwamen in aanmerking als zij gemeld hadden radiofrequentie of extreem laagfrequente velden binnen enkele minuten na blootstelling te kunnen voelen. De deelnemers werden thuis bezocht of een andere locatie waar ze zich comfortabel voelden om de testen te ondergaan. Voor het dubbelblinde testen, controleerden de onderzoekers samen met de deelnemers in een ongeblindeerde blootstellingssessie of de blootstelling die werd geselecteerd degene was waarop de deelnemer reageert. Dubbelblinde testen bestonden uit een reeks van 10 blootstellingen en schijnblootstellingen in willekeurige volgorde. De feedback van  de testresultaten werd direct na het testen ontvangen.

42 personen, gemiddelde leeftijd 55 jaar (range 29-78), 76% vrouwen, hebben deelgenomen. Tijdens de dubbelblinde testen was geen enkele deelnemer in staat om correct, beter dan toeval, te identificeren wanneer ze werden blootgesteld. Er waren geen statistisch significante verschillen in het zelf-gerapporteerde niveau EHS bij follow-up ten opzichte van de basislijn, maar tijdens de follow-up werd door de deelnemers gemeld met verminderde zekerheid te reageren na enkele minuten blootstelling en werden aanzienlijk minder symptomen gemeld in vergelijking met de beginsituatie.

Conclusies: Deze resultaten suggereren dat er een subgroep van personen bestaat ​​die voordeel hebben van deelname aan een gepersonaliseerde testprocedure.

GENETISCHE SCHADE IN SOMATISCHE ZOOGDIERCELLEN DIE BLOOTGESTELD WORDEN AAN ELF ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN: EEN META-ANALYSE VAN 87 PUBLICATIES (1990-2007).
Vijayalaxmi , Prihoda TJ .
Int J Radiat Biol. 2009 Mar;85(3):196-213.

Een meta-analyse werd uitgevoerd om een kwantitatieve inschatting te bekomen van de mate waarin genetische schade optreedt in somatische cellen van zoogdieren die blootgesteld worden aan ELF-EMV. Drie specifieke variabelen werden onderzocht: (1) frequentie (Hz), (2) stroomdichtheid (mT), en (3) de blootgestelde individu’s.

Conclusies: (1) Het verband tussen ELF-EMV blootgestelde en controle cellen en de grootte van het effect veroorzaakt door de blootstelling waren biologisch klein (alhoewel statistisch significant) met weinig uitzonderingen. (2) In sommige bloot-stellingscondities was er een statistisch significante toename van genetische schade in sommige testen. (3) De gemiddelde indexen van chromosomale afwijkingen in de blootgestelde groep en in de controle groep lagen binnen de spontane niveaus van spreiding zoals in de historische databases. (4) er zijn aanzienlijke aanduidingen van publicatie bias.

ZIJN MEDIA WAARSCHUWINGEN OVER DE SCHADELIJKE GEZONDHEIDSEFFECTEN VAN HET MODERNE LEVEN SELF-FULFILLING ? EEN EXPERIMENTELE STUDIE OVER IDIOPATHISCHE MILIEU-INTOLERANTIE TOEGESCHREVEN AAN ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN (IEI – EMF).
Witthöft M , Rubin GJ.
J Psychosom Res. 2013, 74(3):206-212.

Medisch ongefundeerde ‘intoleranties’ aan levensmiddelen, chemicaliën en gifstoffen uit het milieu komen vaak voor en worden vaak besproken in de media. Idiopathische milieu- intolerantie toegeschreven aan elektromagnetische velden (IEI – EMF) is een dergelijke aandoening en wordt gekenmerkt door symptomen die worden toegeschreven aan de blootstelling aan elektromagnetische velden (EMV). In dit experiment testen de auteurs of media de ontwikkeling van deze aandoening beïnvloedt.

Deelnemers (n = 147) werden willekeurig verdeeld tussen het kijken naar een televisie-verslag over de nadelige effecten van WiFi op de gezondheid (n = 76) of een controle-film (n = 71). Na het bekijken van de film , kregen de deelnemers een schijnblootstelling aan een WiFi-signaal (15 min). De belangrijkste uitkomstmaat was symptoom verslagen naar aanleiding van de blootstelling schijnvertoning. Secundaire uitkomsten waren: zorgen over de gezondheidseffecten van elektromagnetische velden, het toeschrijven van symptomen aan de gesimuleerde blootstelling en de toename van de gepercipieerde gevoeligheid voor elektromagnetische velden.

82 (54 %) van de 147 deelnemers rapporteerden symptomen die ze toegeschreven aan de schijnblootstelling. De film deed toenemen: de EMF gerelateerde zorgen (β = 0.19 , P = 0,019); de na de gesimuleerde blootstelling optredende symptomen onder deelnemers met reeds bestaande angst (β = 0.22 , p = 0.008), de kans op symptomen toegeschreven aan de gesimuleerde blootstelling bij mensen met een hoge angst (β = 0,31 , P = 0,001), en de kans dat mensen die hun klachten aan de gesimuleerde blootstelling toeschrijven geloven gevoelig te zijn voor elektromagnetische velden (β = 0.16 , P = 0,049).

Conclusie : Berichten in de media over de negatieve gevolgen van zogenaamd gevaarlijke stoffen kan de kans op het ervaren van de symptomen na gesimuleerde blootstelling en het ontwikkelen van een schijnbare gevoeligheid daarvoor doen toenemen. Grotere betrokkenheid tussen journalisten en wetenschappers is nodig om deze negatieve effecten tegen te gaan.

Share