EU aanbevelingen voor het publiek

Wat betreft de blootstelling van het publiek, heeft de Raad van de Europese Unie in 1999 de aanbeveling 1999/519/EG inzake de beperking van de blootstelling van het publiek aan elektromagnetische velden aangenomen.

Uitsluitend bewezen gevolgen als basis zijn gebruikt voor de aanbevolen beperking van de blootstelling.

De basisrestricties zijn vastgesteld met inachtneming van onzekerheden die verband houden met individuele gevoeligheden en milieuomstandigheden en met het feit dat de leeftijd en de lichamelijke conditie van de bevolking variëren.

Het ligt een veiligheidsfactor van ongeveer 50 tussen de grenswaarden voor acute effecten en de basisrestricties.

Basisrestricties

Afhankelijk van de frequentie worden de onderstaande fysische grootheden (dosimetrische / exposimetrische grootheden) gebruikt om de basisrestricties voor elektromagnetische velden te specificeren. Tussen 1 Hz en 10 MHz worden basisrestricties gegeven voor de stroomdichtheid om gevolgen voor functies van het zenuwstelsel te voorkomen.

Voor 50 Hz, de basisrestrictie is 2 mA/m² (rms).

Referentieniveaus

  • Magnetische fluxdichtheid: 100 µT (rms)
  • Elektrisch veld: 5 kV/m rms
  • Contactstromen: 500 µA

Het referentieniveau voor contactstromen is zodanig vastgesteld dat rekening wordt gehouden met het feit dat de drempelwaarden voor contactstromen die biologische reacties bij volwassen vrouwen en kinderen opwekken, respectievelijk twee derde en de helft van de voor volwassen mannen waargenomen drempelwaarden bedragen.

Nota van de Raad:

Zoals hierboven vermeld, zijn alleen de bewezen effecten van acute blootstelling als basis voor de voorgestelde blootstellingsbeperkingen gebruikt. “Aangezien er echter een veiligheidsfactor van ongeveer 50 ligt tussen de drempelwaarden voor het optreden van acute effecten en de waarden van de basisrestricties, heeft deze aanbeveling impliciet betrekking op mogelijke langetermijneffecten over het gehele frequentiebereik”.

Op 20 februari 2013 hield de Europese Commissie een workshop in Brussel aangaande “Risicocommunicatie– Elektromagnetische velden en gezondheid”.

Hierna volgen de conclusies van de presentatie over de rol van de Europese instellingen  op het gebied van bescherming tegen EMF:

Wat de bescherming van het grote publiek tegen de mogelijke effecten van EMF betreft leggen de Europese Verdragen de hoofdverantwoordelijkheid bij de Staten en verlenen zij geen bevoegdheid aan de Commissie om wetten hier aangaande op te stellen. De aanbeveling van de Raad over de blootstellingslimieten inzake EMF (1999/519/EC) om een gemeenschappelijk beschermingskader voor te stellen dat de acties van de lidstaten zou begeleiden werd goedgekeurd, om zo tot een coherentie te komen tussen de uiteenlopende nationale beleidslijnen. Volgens het subsidiariteitsprincipe (behalve m.b.t. de bescherming van de werknemers), is de rol van de Europese instellingen beperkt tot het verlenen van onafhankelijke wetenschappelijk advies (werk van ‘SCENIHR’ (Scientific Committee on Emerging and Newly Identified Health Risks)) en tot de coördinatie en harmonisering van de beleidslijnen van de lidstaten evenals het bevorderen van ‘goede praktijken’.

Andere informatie dat u wellicht interessant zult vinden ...

Share